Ontwikkeling van het virus
Waar komen de cijfers vandaan?
De cijfers over rioolwatermeting komen van het RIVM. Deze data zijn beschikbaar als open data.
- Bekijk de open data van het RIVM over rioolwater
- Bekijk de beschrijving van de dataset van het RIVM over rioolwater
Hoe komen de cijfers tot stand?
De rioolwatermetingen worden gedaan bij alle rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s) in het hele land en geven dus informatie voor heel Nederland. Vanuit de RWZI’s gaan monsters van ongezuiverd rioolwater gekoeld naar het RIVM. Onderzoekers van het RIVM analyseren deze monsters en zoeken uit hoeveel coronavirusdeeltjes erin zitten. Voor elke locatie analyseren de onderzoekers gemiddeld vier keer per week rioolwater dat in 24 uur verzameld is.
Het duurt een aantal dagen voor de uitkomst van een onderzoek bekend is. Daarom staan op het dashboard geen metingen van de meest recente dagen. Per week kan het aantal succesvolle metingen variëren. In de open data staat per datum bij welke locaties met succes gemeten is. Bij een meting kan het aantal virusdeeltjes in het rioolwater zo laag zijn, dat het niet gemeten wordt. Dan staat de meetwaarde op 0. Het rioolwateronderzoek is nog in ontwikkeling.
Het CBS heeft in samenwerking met de waterschappen het aantal aangesloten inwoners per RWZI in kaart gebracht. Dit stelt het RIVM in staat om het aantal virusdeeltjes per 100.000 inwoners te berekenen.
Vanaf 30 december 2022 gebruikt het RIVM een nieuwe versie van het bestand van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), waarin het aantal inwoners per verzorgingsgebied van rioolwaterzuiveringsinstallaties beschreven staat. De nieuwe cijfers in deze versie zijn met terugwerkende kracht doorgevoerd over alle rioolwatermetingen uit 2022.
Rioolwaterdata 26 september 2022
De uitkomsten van de rioolwatermetingen van maandag 26 september 2022 geven volgens het RIVM geen goed beeld van de hoeveelheid virusdeeltjes in het riool. Dit komt omdat er in het hele land veel regen is gevallen tijdens het nemen van de monsters. Daarom zullen deze metingen niet in de open data gepubliceerd worden.
Veranderingen in de cijfers
Op 31 augustus 2021 publiceerde het dashboard een meting van 26 augustus 2021 van meetlocatie Dinther met een heel hoge uitkomst. Deze meting zorgde ook voor een grote stijging van de landelijke cijfers. Omdat de waarde zo extreem was en het RIVM na kwaliteitscontroles en onderzoek geen verklaring heeft gevonden, heeft het RIVM de meting op 1 september 2021 uit de gegevens gehaald. Het RIVM heeft nader onderzoek gedaan naar andere metingen uit dezelfde periode. De uitkomsten van monsters van 25 augustus 2021 en 30 augustus 2021 staan op het dashboard.
Veranderingen in de berekeningen
Vanaf 4 maart 2021 berekent het dashboard ook voor gemeenten die geen eigen rioolwaterzuivering hebben hoeveel virusdeeltjes er in het rioolwater zitten. Dit doen we door de metingen van de rioolwaterzuiveringen te gebruiken waar deze gemeenten op aangesloten zijn en door te kijken naar de bevolkingscijfers van het CBS. Ook zijn tegelijkertijd andere berekeningen aangepast. Kijk onder het kopje ‘Hoe komen de cijfers tot stand’ hierboven voor de rekenmethode.
In 2020 zijn twee meetlocaties opgeheven en de gebieden hiervan zijn overgenomen door twee andere locaties. In de week van 5 oktober is locatie Aalst door Zaltbommel overgenomen, en in de week van 7 december is locatie Lienden door Tiel overgenomen. Hierdoor wordt vóór deze weken met een verlaagd inwoneraantal gerekend voor locatie Zaltbommel en Tiel. Deze aantallen, en die van Aalst en Lienden, zijn te vinden in de 2020 versie van de tabel van het CBS.
Rioolwaterdata Woerden
Op het Coronadashboard is vanaf 3 februari 2022 geen rioolwatermeting meer voor de gemeente Woerden te zien. Het ministerie van VWS en het RIVM hebben dit besloten omdat de metingen van de gemeente Woerden voortdurend extreem hoge waarden lieten zien. Deze tendens was niet te zien bij andere indicatoren, zoals het aantal positieve testen. Het RIVM heeft daarom nader onderzoek gedaan om de afwijking te achterhalen. Op diverse locaties in de gemeente is het riool onderzocht. Tot nu toe is nog geen verklaring gevonden, maar het onderzoek wordt voortgezet. Wel is duidelijk geworden, dat de afwijking niet is te verklaren door het aantal besmette personen in de gemeente.
Rioolwaterdata Katwoude
Op het Coronadashboard is vanaf 18 augustus 2022 geen rioolwatermeting meer voor de RWZI Katwoude te zien. Ook worden de rioolwatermetingen van rioolwaterzuiveringsinstallatie Katwoude met terugwerkende kracht niet meer in de berekeningen meegenomen. Het ministerie van VWS en het RIVM hebben dit besloten omdat de metingen van de RWZI Katwoude voortdurend extreem hoge waarden lieten zien. Deze tendens was niet te zien bij andere indicatoren, zoals het aantal positieve testen. Tot nu toe is nog geen verklaring gevonden voor deze afwijkingen. Wel is duidelijk geworden, dat de afwijkingen niet te verklaren zijn door het aantal besmette personen in de gemeente.
Verwijdering vier extreem hoge meetuitslagen uit de dataset.
De rioolwatermetingen van rioolwaterzuivering Dokhaven van 21 februari 2021, RWZI Veenendaal van 21 maart 2021, RWZI Ameland van 22 juli 2021 en RWZI Beilen van 8 november 2020 zijn van het Coronadashboard verwijderd op 3 februari 2022.
De uitkomst van deze metingen waren zeer hoog en weken sterk af van de regionale en landelijke trends in het rioolwateronderzoek. Ook lieten andere indicatoren, zoals het aantal positieve testen, een ander beeld zien. Bij nieuwe metingen met nieuwe monsters bleken de waarden wel binnen de grenzen van wat normaal wordt gezien, te vallen.
Het RIVM heeft daarom, samen met het ministerie van VWS, besloten de metingen van de genoemde data uit de open data te halen. Het RIVM heeft een protocol vastgesteld hoe voortaan met dit soort hoge waarden om te gaan.
Rioolwaterdata RWZI Zeewolde
Tussen 4 mei en 24 juni 2022 zijn geen meetgegevens bekend van de rioolwaterzuiveringsinstallatie Zeewolde vanwege technisch onderhoud.
Waar komen de cijfers vandaan?
De cijfers over varianten van het coronavirus komen van het RIVM. Deze data zijn beschikbaar als open data.
- Bekijk de open data van het RIVM over coronavarianten
- Bekijk de beschrijving van de dataset van het RIVM over coronavarianten
Hoe komen de cijfers tot stand?
In Nederland doet het RIVM onderzoek naar varianten van het coronavirus. Dit gebeurt in de kiemsurveillance. Eind 2020 is het RIVM daarmee gestart. Het RIVM onderzoekt wekelijks een steekproef van monsters van positieve testuitslagen die het ontvangt van allerlei laboratoria in Nederland. Per week worden ongeveer 1.500 monsters onderzocht.
Als het RIVM weet hoe groot het aandeel van elke variant is, wordt berekend hoe snel de aantallen van verschillende varianten naar verwachting toenemen. Daarmee kan het RIVM inschatten wat het aandeel van een variant in de toekomst zal zijn. Elke week als er nieuwe gegevens binnenkomen, worden deze gegevens getoetst aan de verwachting. Zo wordt de verwachting steeds betrouwbaarder. De cijfers die wij op het dashboard tonen, zijn echter niet de verwachtingen van het RIVM, maar de gegevens afkomstig uit het kiemsurveillance-onderzoek. Het uitvoeren van het onderzoek, het klaarmaken van de monsters en het verwerken van de gegevens kost tijd. De cijfers van de laatste weken zijn daarom nog niet compleet en tonen wij niet op het dashboard. Het gebeurt daarom geregeld dat het RIVM, en de media die vaak berichten over de verwachting van het RIVM, een ander percentage van een variant noemen dan het dashboard op dat moment laat zien.
De data uit de kiemsurveillance worden elke vrijdag bijgewerkt. Aantallen kunnen per week afwijken ten opzichte van vorige publicaties. Dit kan komen door aanpassingen in de afnamedatum van monsters of door een wijziging van het monster in het registratiesysteem. Data kunnen in de laatste weken nog niet volledig zijn en met een volgende publicatie nog worden aangevuld. De gegevens op het dashboard worden met terugwerkende kracht aangepast.
Varianten op het dashboard
In de tabel op het dashboard worden de zorgelijke varianten (Variants of Concern) en ‘interessante’ varianten (Variants of Interest) getoond. Het Europese centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC, European Centre for Desease Prevention and Control) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, World Health Organization) beschouwen een variant als Variant of Concern als de variant besmettelijker is, mensen zieker maakt of als vaccins minder effectief zijn tegen de variant. Een Variant of Interest is een variant waarvan meerdere besmettingen in een bepaalde situatie of cluster zijn ontdekt of die in meerdere landen is gevonden.
In de grafiek op het dashboard staan alleen de varianten die het ECDC als zorgelijk beschouwt, de Variants of Concern dus. Deze varianten worden gevolgd en in kaart gebracht, vanwege hun mogelijke risicovolle kenmerken. Het RIVM volgt de richtlijnen van het ECDC en de WHO hierin. De varianten die niet apart worden getoond in de grafiek worden in de categorie ‘overige varianten’ vermeld.
Aanpassingen in grafiek
Vanaf 3 september 2021 beschouwen ECDC en de WHO de alfavariant niet meer als een zorgelijke variant, maar als een Variant of Interest. Sinds die datum verwerkt het RIVM de variant in de dataset als Variant of Interest. In de grafiek ‘Varianten van het coronavirus door de tijd heen’ worden deze varianten vermeld onder ‘overig’. Om die reden was de variant tussen 3 september en 28 oktober 2021 niet zichtbaar in de grafiek.
Omdat de alfavariant een zorgelijke variant (Variants of Concern) is geweest en bijna een half jaar de dominante variant is geweest, wordt voor deze variant een uitzondering gemaakt. Vanaf 28 oktober 2021 is de alfavariant weer zichtbaar in de grafiek.